Sinds de invoering van de regeling werden in Vlaanderen 22.035 dossiers geregistreerd (86 procent van het totaal), tegenover 2.392 dossiers in Wallonië (9,4 procent) en 1.046 dossiers in Brussel (4,1 procent). “Het verlaagde btw-tarief is een steunmaatregel die niet alleen de bouwsector ademruimte gaf, maar ook onze Vlaamse gezinnen de kans gaf om hun bouwplannen af te werken. Het is bovendien de N-VA die de verlenging van deze maatregel in het federaal parlement kon doordrukken”, stelt Vandeput.
Focus op Vlaanderen
De cijfers spreken voor zich. Sinds de invoering van de overgangsregeling werden in Vlaanderen maar liefst 22.035 dossiers geregistreerd, goed voor 86 procent van alle aanvragen. Dat bewijst hoe belangrijk de maatregel is voor Vlaamse gezinnen en bouwheren. Ter vergelijking: in Wallonië werden slechts 2.392 dossiers uitgevoerd, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1.046.
De verdeling per provincie toont eveneens het zwaartepunt in Vlaanderen:
- Antwerpen: 5.356 dossiers
- Oost-Vlaanderen: 5.410 dossiers
- West-Vlaanderen: 4.779 dossiers
- Limburg: 3.154 dossiers
- Vlaams-Brabant: 3.336 dossiers
“In Vlaanderen wordt traditioneel meer gebouwd, en deze cijfers onderstrepen dat. Het zou onredelijk zijn om onze Vlaamse gezinnen en bouwheren te bestraffen door hen met een hogere btw op te zadelen, zeker nu veel projecten door uitzonderlijke regenval vertraging hebben opgelopen”, zegt Vandeput.
Geen extra kosten, wel meer ademruimte
De verlenging van het btw-tarief tot 30 juni 2025 heeft geen budgettaire impact. Lopende projecten krijgen simpelweg meer tijd om af te ronden, zonder dat de voorwaarden of het aantal toegelaten projecten wordt uitgebreid.
Verantwoorde verlenging
“Deze verlenging is geen luxe, maar een logische en rechtvaardige maatregel. De N-VA blijft zich inzetten voor een stabiel fiscaal kader dat gezinnen en onze bouwsector beschermt”, besluit Vandeput.